Wie web 2.0 zegt, zegt sociale netwerken. Iedereen kent Hyves, dus dit wordt, in elk geval door mij, vaak als voorbeeld gebruikt om uit te leggen wat nu precies web 2.0 inhoudt. Wat zijn de kenmerken van deze profielensites en hoe ontwikkelt dit fenomeen zich?
Het lijkt de gewoonste zaak van de wereld dat we onszelf presenteren op Hyves, Facebook, MySpace, Twitter of LinkedIn. Dat we anderen op die sites opzoeken en reacties bij elkaar achterlaten. Maar eigenlijk is die vanzelfsprekendheid niet terecht. Zo bestaan Hyves en Facebook pas sinds 2004. Het was voor het eerst dat er profielensites kwamen waarbij kennis van HTML niet vereist was om iets moois van je profiel te maken. Immens populair is Hyves nu, met zo’n 7 miljoen leden. Ook een aantal politici en andere BN-ers hebben Hyves ontdekt als… ja als wat eigenlijk? Ik kan me toch nauwelijks voorstellen dat politici er stemmen mee winnen in de verkiezingen. Jan Peter Balkenende heeft 140.000 vrienden, maar of zij op hem zullen stemmen?
Veel vrienden = veel faam
Het gaat bij de profielensites om het aantal vrienden. Hoe meer, hoe beter want je bent wie je kent! Heb je er teveel, dan moet je betalen. Maar politici en andere bekende Nederlanders zijn uitzondering op de regel. Op Hyves lees ik: “Politici, artiesten en andere BH’ers (hyvende BN’ers ;-)) hebben een speciaal profiel waardoor ze met duizenden vrienden en fans contact kunnen houden. Om het netwerk niet te laten verwateren, zijn hun vrienden geen vrienden van vrienden van elkaar, ze tellen dus niet mee in de connecties.” Wie snapt het nog?
Bekende profielensites
Hyves is er voor ‘de lol’, voor vrienden en vage kennissen, terwijl LinkedIn het zakelijke netwerk dekt. Menig werkzoekende heeft inmiddels via LinkedIn een baan gevonden en met een lijstje mensen in je netwerk heb je altijd een ‘mannetje’, slechts een enkele muisklik verwijderd. Handig!
Facebook is pas sinds kort in het (gedeeltelijk) Nederlands te krijgen en hier zijn dan ook nog niet zo heel veel Nederlanders op te vinden. Facebook was het eerste sociale netwerk dat het mogelijk maakte programma’s van andere internettoepassingen te integreren in het profiel. Later heeft Hyves dit ook mogelijk gemaakt, zodat je bijvoorbeeldeen kaartje in je profiel kunt tonen waarop je aangeeft waar je in de wereld bent geweest.
Voorzichtig met gegevens
LinkedIn waarschuwt haar gebruikers niet zomaar iedereen toe te laten in het zakelijke netwerk. Collega’s dienen niet zomaar te worden toegevoegd! Het moet natuurlijk wel een waardevol netwerk blijven en je wil niet dat bepaalde persoonlijke informatie in verkeerde handen valt. Verder waarschuwt de profielensite voor het vermelden van privéfoto’s en dialogen op het profiel. Heel zinnige waarschuwingen en helaas niet ten overvloede. Ik heb al genoeg moeite met ergens mijn achternaam neerzetten, laat staan foto’s e.d. Op Facebook had ik het even lastig, want je achternaam is er een verplicht gegeven. En er wordt gewaarschuwd dat als je probeert een onechte naam, bijv. die van een bekend persoon te kiezen, dat je geweigerd zal worden als lid. Heel flauw en eigenlijk begrijp ik het niet goed. Zonder mijn achternaam ben ik toch ook wel wat waard?
Sociale netwerken minst favoriet onder tieners
Uit Brits onderzoek blijkt dat tieners (13-17 jaar) het alweer gehad hebben met de sociale netwerken. Wonderlijk genoeg is reden nummer één dat zij zich bewust zijn van hun imago op internet en steeds voorzichtiger zijn in het achterlaten van hun persoonsgegevens. Liever ontmoeten ze mensen in het echt. Dat is toch wonderlijk. Ik ben benieuwd of hier de komende tijd meer (wetenschappelijk) bewijs voor komt!
Volwassenen en sociale netwerken
Als het werkelijk zo is, zou die trend ook kunnen doorzetten naar andere leeftijdsgroepen. Uit een internationaal onderzoek van Synovate onder 13.000 volwassen respondenten blijkt dat bijna de helft van de Nederlanders (het hoogste percentage!) lid is van een sociaal netwerk. Tegelijkertijd geeft méér dan de helft (tevens het hoogste percentage) aan bezorgd te zijn over zijn privacy bij sociale netwerken. Verder blijkt een gemiddeld percentage van 36% interesse te verliezen in sociale netwerken.
Verklaringen hiervoor zouden kunnen zijn:
- het fenomeen is razendsnel opgekomen en mensen werden maar lid om mee te doen; geen beste motivatie om ermee door te gaan dus.
- velen hebben op hun netwerk vrienden uit het ´echte´ leven en face-to-face-contact blijft voor hen toch favoriet. Bovendien staat het volgende nieuwtje alweer voor de deur.
Plaatjes geleend van enda_001 en fofurasfelinas.
Klik zegt
Als het waar is, ben ik eigenlijk wel blij dat sociale netwerken aan tieners niet zo besteed zijn. Hoewel ik denk dat chatten nog wel steeds populair is. Wat doen ze dan denk je met al hun tijd? Wii-en in de bieb?
Natalie zegt
@ Klik: chatten staat denk ik ook los van sociale netwerken! Daar ging het onderzoek dat ik aanhaal niet over. Sociale netwerken zijn vooral de profielensites zoals Hyves en chatten doen de meesten toch nog steeds via MSN. Sms-en doen ze trouwens ook veel, die tieners. Vinden ze veel gemakkelijker en sneller dan bellen. Misschien ontwikkelen ze zo wel ‘bel-angst’!