Mijn oproep tot meedenken over mijn onderzoek naar opsporing en internet voor de masterclass strategisch communicatiemanagement leverde veel interessante reacties op. In deze blog zet ik ze uiteen.
Inmiddels zijn we alweer enige tijd verder sinds ik op een paar plekken op internet een oproep deed om mee te denken over mijn onderzoek. Voor de masterclass communicatiemanagement onderzoek ik namelijk hoe de politie op effectieve wijze internet kan inzetten als opsporingscommunicatiemiddel. De twee vragen die ik stelde waren:
- Wat denk jij dat de spreekwoordelijke beren op de weg zijn, waarom wordt internet momenteel nog niet optimaal ingezet in de opsporing? Is het angst voor het onbekende, zijn het privacy-issues, of…?
- En wat denk je dat nodig is om te zorgen dat de rechercheurs méér met internet willen en kunnen doen?
Ik kreeg leuke reacties! Een beetje voor mezelf, maar ook voor de lezer die graag alles bij elkaar wil zien, volgt hier een bloemlezing van alle reacties (waarbij soms een eigen interpretatie van de reactie)!
Reacties op mijn eigen weblog
- Christian denkt dat onbekendheid met internet een grote rol speelt. Waarschijnlijk houden veel dienders wel meer van veldwerk (nuttig) dan achter de pc zitten (minder nuttig). De grootschalige automatiseringsprojecten in politieland helpen hierbij niet mee. Ze moeten kennismaken met allerlei toepassingen en zien dat het succesvol kan zijn, ook in hun werkzaamheden; het moet dichtbij komen.
- Astrid is het met Christian eens en stelt een web 2.0-cursus zoals 23 PolitieDingen voor.
- Ruben vindt die cursus ook wel een goed idee, maar ze moeten wel gemotiveerd worden dit te doen. Ook praktijkvoorbeelden zijn volgens Ruben belangrijk. Daarnaast gaat hij in op het gebruikmaken van internet bij de opsporing zelf, omdat er over daders en getuigen nogal eens het één en ander te vinden is.
- René oppert dat de gemiddelde rechercheur doorgaans weinig contact heeft met burgers, totdat er een buurtonderzoek of getuigenverhoor moet plaatsvinden. René weet een groot aantal ‘beren’ te benoemen: “privacy, angst dat iemand meeleest, angst dat het onderzoek klapt, angst dat iemand ziet wat je doet, gebrekkige toegang tot internet op werkplekken, geen idee wat de mogelijkheden zijn”, maar ook de angst om iets nieuws te proberen.
Reacties op Politie20.nl
- Jan meent dat de rechercheurs nog niet goed weten wat het fenomeen internet inhoudt en/of ze willen blijven doen wat ze nu doen, op de ouderwetse manier. Ook kan het zijn dat ze last hebben van al die nieuwe systemen. Om te veranderen, moet je iemand uit die doelgroep tijdens een teamdag een succesverhaal laten vertellen; in elk geval moet het stap voor stap.
- Edwin denkt dat men best wil veranderen, maar dat het wel goed moet werken. Niet zoals de ict-systemen die momenteel in politieland worden uitgerold. Motivatie door resultaat. Ten tweede noemt Edwin kennis en vaardigheden die moeten worden bijgebracht; nu zijn die onder het gemiddelde van generatiegenoten uit andere branches. De kansen moeten aangereikt worden, want de rechercheurs zien ze zelf niet.
- Marcel valt het op dat rechercheurs een onvoldoende intrinsieke binding hebben met internet in het algemeen. De rechercheur zou er veel energie en tijd in moeten steken en wat levert het hem op? Ook denkt Marcel dat leidinggevenden een rol spelen in het geheel; als zij de energie en de drive hebben om te investeren, kan het tot spraakmakende resultaten leiden.
- René (dezelfde als op mijn blog!) reageert op Marcel met de opmerking dat het toch raar is dat er nog zo weinig van die intrinsieke binding met internet te vinden is. Privé doen veel mensen veel met internet, maar zakelijk gezien is het toch anders. Misschien is het een veiligheidsissue, misschien is het gebrek aan direct resultaat. Misschien ook wel onbekendheid over wat je moet met alle informatie die je kunt verzamelen.
- Jan vraagt tenslotte nog of er niet een landelijke officier van justitie is die belast is met bewijsvoering vanuit internetbronnen.
Reacties op Ambtenaar20.ning.com
- Martin denkt dat de politie zich nog te eenzijdig opstelt en onvoldoende beseft dat de offline en online wereld steeds meer één worden.
- Erik ziet voor kansen voor de politie. Het politiewerk in de wijk kan met sociale media versterkt worden. “Niemand is ’tegen’ politie als die de eigen buurt/wijk veilig maakt”. Hij vindt overigens het onderscheid tussen communicatie en internet als middel voor politiewerk een beetje vergezocht. In een latere reactie stelt Erik voor om een handreiking te maken voor rechercheurs waarin staat wat wel/niet mag, tips/trucs etc. om zo de onzekerheid en het verkeerde beeld van bijv. privacy te verminderen. Ouderwets opleiden/trainen en komen met goede voorbeelden zal ook helpen.
- Ed stel voor om een goed en haalbaar pilotproject te benoemen, dat beter werkt dan de huidige werkwijze. Daarbij is de vraag wat op juridisch vlak mag. Hij ziet internet als een vakgebied/specialisme, net als forensisch onderzoek. Ed vraagt zich verder af of de burger wel zit te wachten op betrokkenheid bij het oplossen van een misdrijf.
Reacties op M-DO-IT.ning.com
(dit was ooit een besloten platform voor ‘de veiligheidssector’)
- Roy ziet als grootste beer de benodigde verschuiving in houding en gedrag; de klassieke rechercheur krijgt een onnatuurlijk gevoel van het communiceren met vreemden over daderkennis waardoor hij het eng vindt. Volgens Roy moeten we nog meer dan nu experimenteren om zo vertrouwen op te bouwen in de nieuwe aanpak. Dit kan het beste door met iets niet zo heftigs te beginnen.
- Maarten is het met Roy eens en vindt dat er in de opleiding meer aandacht moet zijn voor informatievergaring en juiste informatie. De angst dat informatie verkeerd terechtkomt, is sterker dan de kans op winst; dit leeft bij de politie, maar zit schijnbaar in elk mens, aldus Maarten. Hij denkt dat door middel van goede initiatieven het beeld langzaamaan kan worden bijgesteld. Tot slot denkt Maarten dat rechercheurs een bepaalde virtuele basis missen waarop ze terug kunnen vallen, waardoor de pioniers op internet (die dat wel hebben) veel energie spenderen aan initiatieven, maar intussen maar slechts pioniers blijven, want de grote massa sluit niet aan.
Aan allen die hebben bijgedragen: dank! Ik kan dit zeker gebruiken voor mijn onderzoek Voor wie na het lezen van bovenstaande nog wil reageren: met alle liefde!
In elk geval: wordt vervolgd!
Foto’s geleend van jangung en rustman.
Lees ook deel 1 waarin ik meer vertel over het onderzoek voor de masterclass strategisch communicatiemanagement.
Christian zegt
Leuk dat je zoveel reacties hebt gehad. Da’s goede feedback!
Natalie zegt
@ Christian: zeker weten! 🙂
Ruben zegt
Leuk en interessant om van iedereen zijn/haar ideeën te lezen. Is het alleen nu niet de tijd om de haalbare ideeën uitvoerbaar te maken?
Dit vergt veel tijd en struikelblokken die genomen moeten worden, want ik denk dat nog niet iedereen even ver is met de laatste ontwikkelingen en mogelijkheden van het web.
Ik denk dat veel mensen voor de ontwikkelingen op het web angstig zijn en er zijn veel mensen die over de haalbare ontwikkelingen eerst het een en ander over moeten vinden, wil het door gevoerd gaan worden.
Ik vind dit zonde van de tijd, natuurlijk moeten ideeën gecontroleerd en goed bevonden worden, alleen kan dit soms veel sneller. Waarom mensen wantrouwen met hun ideeën als zij met een idee aankomen. Zij zullen zelf ook eerst nagedacht hebben, of het idee een meerwaarde heeft, haalbaar en veilig is. Waarom dan toch nog……….?
Daarom vind ik de stelling van Roy ook goed “om nu te gaan experimenteren om zo vertrouwen op te bouwen in de nieuwe aanpak. Dit kan het beste door met iets niet zo heftigs te beginnen”.
Hierdoor kan je vertrouwen winnen en laten zien dat het werkt. De burger zal zulke ontwikkeling alleen maar aanmoedigen. Uit de anonimiteit komen, transparanter en hechter de samenwerking met de burger, des te beter dat is!! voor iedereen 🙂
Wat ik heb geschreven zie ik, is het niet dat ik open sta voor discussies want daarvan kan ik alleen maar leren.
Hoor graag wat jullie hierover denken.
Natalie zegt
@ Ruben: uitvoeren? Ja eh, ik ga zelf iig eerst mijn onderzoek afronden. Ben nog bezig met mijn interviews onder de rechercheurs!
Vertrouwen winnen vind ik ook een mooie! Bedankt voor je reactie.