Een aantal maanden geleden vertelde ik in een blog dat ik onderzoek deed naar de combinatie rechercheurs en internet. Ik vroeg bezoekers mee te denken over wat mogelijke beren op de weg konden zijn in het gebruik van internet door rechercheurs. Ook vroeg ik wat mogelijke oplossingen konden zijn voor dit probleem. Daar kreeg ik veel slimme antwoorden op! Tijd voor een vervolg.
Internet als opsporingscommunicatiemiddel
Inmiddels heb ik het onderzoek afgerond en aangeboden aan de chef. En dus nu kan ik iets over de resultaten zeggen. De hoofdvraag van mijn onderzoek was wat de rechercheurs nodig hebben om internet op effectieve wijze in te zetten als opsporingscommunicatiemiddel. Het ging mij dus vooral om internet als communicatiemiddel en niet zozeer als middel om op te sporen. Dat bleek tijdens het onderzoek een lastig onderscheid te zijn.
Voor mijn onderzoek deed ik allereerst een literatuurstudie over web 2.0, ambtenaar/overheid 2.0 en de implicaties ervan. Vervolgens heb ik 15 rechercheurs, van de afdeling die de grote opsporingsonderzoeken uitvoert, telefonisch geïnterviewd. Ik vroeg hen naar hun ervaringen met en mening over internet. Een opvallende uitkomst is dat bijna alle rechercheurs vinden dat we op dit moment onvoldoende gebruikmaken van internet. Dat is in elk geval een goede basis voor verandering!
Belemmeringen
Uit de raadpleging van mijn bezoekers hier – en die op politie20.nl, M-DO-IT (alleen voor leden) en ambtenaar 2.0 – bleek dat er vier hoofdgroepen belemmerende factoren voor het gebruik van internet zijn:
- onbekendheid
- risico’s
- geen meerwaarde zien
- technische belemmeringen
Opvallend genoeg was de factor ‘geen meerwaarde zien’ helemaal niet zo’n belangrijke belemmering voor de rechercheurs. Juist tijd/capaciteit (‘we hebben geen tijd/mensen om veel met internet te doen’) en risico’s (juridisch, privacy, onjuiste informatie etc.) bleken belangrijke belemmeringen. Deze werden overigens ook gezien voor de site politieonderzoeken.nl.
Gewenste situatie
De rechercheurs gaven in het interview ook aan hoe zij dachten tot een ideale situatie te komen. Samengevat levert dat vier punten op die overeenstemmen met de theorie en aangeven waar winst te behalen valt:
- grotere bekendheid creëren over het huidige internet
- meer gebruikmaken van internet
- meer werk maken van burgerparticipatie
- borgen van internet in opsporingsproces
De praktijk
Alles leuk en aardig, maar wat betekent dit nu in de praktijk? De wil tot veranderen is er, maar een aantal belemmeringen moet wel eerst worden weggenomen. Met kleine stapjes bereik je volgens mij een hoop; met 23 PolitieDingen (of 23 OpsporingsDingen?!) kunnen de rechercheurs hun ‘digibewustzijn’ al verbeteren.
De rechercheurs zouden ook met een kleinschalig project kunnen beginnen. Denk aan een buurtonderzoek online of (opnieuw) een cold case op politieonderzoeken.nl. Daar moet dan wel een goed plan aan vooraf gaan zodat je je succes kunt meten en kunt zien of je zo op de goede weg bent! Deze ideeën komen ook overeen met wat bezoekers hier hadden aangegeven als mogelijke oplossingen.
Aan de slag dus! Want de combinatie rechercheurs en internet is een mooie en waardevolle die vraagt om optimale benutting! Op naar politie 2.0. 🙂
Foto’s geleend van gregwake en Akbar Simonse.
annemarie van essen zegt
Wat een waardevolle post! Ik ben bezig met het docentenveld en ik denk dat je onderzoek ook daar heel bruikbaar is. Heel herkenbaar en vooral ook heel fijn om te lezen.
meer bekendheid creëren over het huidige internet (idd. 23 onderwijsdingen)
meer gebruikmaken van internet (toepassen van, erover praten, met kleine stapjes in een les tegelijkertijd)
meer werk maken van leerling ipv burgerparticipatie
borgen van internet in les ipv opsporingsproces
Natalie zegt
@ annemarie: thanks! Grappig dat het docentenveld zo vergelijkbaar is!
Ook grappig is dat onze politieacademie nu ook begonnen is met 23PD. Staf en docenten doen de cursus mede om te bekijken of 23 PolitieDingen (of een variant) in het lesprogramma voor de studenten kan worden opgenomen! Ook iets voor de MIB/IDM-opleiding?
C. Cromwell zegt
Ik doe een soortgelijk onderzoek (internet als opsporingsmiddel) en zou graag willen weten of het rapport /interviews openbaar zijn.
Natalie zegt
@C. Cromwell: openbaar is een groot woord. Ik mail je wel even, dan kunnen we daar even verder praten 🙂