Welke invloed heeft de virtuele ruimte op ons? Raken we, zoals filosoof Ad Verbruggen beweert, massaal vervreemd van onszelf door eindeloos surfen en indruk maken op elkaar? Of is er meer nieuws onder de zon?
Filosofieles tijdens een muziekfestival: Lowlands doet het. De half uur durende sessie met filosoof Ad Verbruggen ging over de E-burger. Niet over een speciaal soort hamburger, maar over ons, zeg maar de homo interneticus. Mijn interesse was gewekt en ik nam plaats op de eerste rij. Eerlijk gezegd was ik van tevoren al bang dat het verhaal van Ad Verbruggen bij mij enige irritatie zou opwekken. En dat deed het. Waarom, dat vertel ik je zo. Eerst zal ik in mijn eigen woorden vertellen wat zijn gedachtegang was.
Bevrijd én vervreemd
De wereld waarin we leven, kent een bepaalde cultuur met bepaalde verhoudingen. Binnen de ethiek proberen filosofen te bepalen wat het juiste handelen is binnen die cultuur. De wereld verandert constant en de verhoudingen dus ook. In de moderne tijd is de mens steeds meer bevrijd, dankzij technische ontwikkelingen, het rationele denken en de juridische orde. Er is een nieuwe moraal: doe wat je zelf wilt.
Vanaf de jaren zestig, zeventig van de vorige eeuw kwam deze nieuwe moraal op, toen ook de personal computer werd uitgevonden. Bij doen wat we zelf willen, hoort ook ons nergens voor schamen, alles delen en onszelf zijn en dat kan in de nieuwe virtuele ruimte, het internet. Deze nieuwe moraal wordt mooi verwoord in een citaat uit het boek The Circle van Dave Eggers (staat op mijn leeslijst):
Secrets are lies. Sharing is caring. Privacy is theft.
Indrukwekkend zijn
We worden dus opgeroepen om naar buiten te treden; het werkt socialiserend en is dus een redelijk verzoek. Maar er zit een keerzijde aan.
- We moeten een indrukwekkend bestaan hebben, we moeten zichtbaar zijn. Onze identiteit wordt mede bepaald door de indrukken die we laten zien.
- Daarnaast worden we verleid om erin mee te gaan, ook al zitten we live in gezelschap van anderen. We hebben steeds het idee dat we indrukken missen (FOMO!), want die virtuele ruimte heeft een opjagende werking. We laten ons door die nieuwe ruimte vermaken.
We hebben de virtuele wereld nodig om gevoed te worden, denken dat we daar gelukkig van worden. Maar het geluk ligt in onze eigen handelingen, in het zelf voortbrengen van dingen. In de virtuele ruimte raken we onszelf misschien wel kwijt. We worden immers gestuurd en zijn niet meer bij onszelf. En dus ervaren we verlies van zin en voelen we ons leeg na een avondje surfen. Het leven schept niet meer en wordt oncreatief.
Waar krijg je energie van?
De oplossing is volgens Verbruggen om je af te vragen wat je nu echt aantrekt, waar je energie van krijgt. En dan bedoelt hij een activiteit waar je moeite in stopt en concentratie en discipline voor nodig hebt. Zoals koken of tuinieren. Als je daar bij stil staat en er aandacht voor hebt, kom je dichter bij jezelf en worden dingen de moeite waard. Je creëert iets dat een geschenk is voor anderen die erdoor geïnspireerd kunnen raken.
Tot zover dit sterk vereenvoudigde en ingekorte lesje filosofie.
Internet als entertainer
Wat ik hieruit haal, is dat Verbruggen van mening is dat internet (“de virtuele ruimte”) een plek is voor snelle consumpties, waarin je onmogelijk iets kunt doen waar je energie van krijgt. Voor een heel redelijk deel kan ik meegaan in zijn redenering. Er is zoveel leuks te beleven op internet, daar wil je bij zijn en aan meedoen, door bijvoorbeeld zelf ook te laten zien hoe leuk jouw leven is. Kijk maar naar alle heppiedepeppie-berichten op Twitter, Facebook en Instagram; het lijkt wel of iedereen een leuk leven heeft. Of, in elk geval willen we die indruk wekken. Want dat is de moraal, dat zijn de verhoudingen, zo hoort het.
En ja, we worden soms opgeslokt door die smartphone die overal en altijd toegang biedt tot die virtuele ruimte, ten koste van de live ruimte. Deze tweet van Marcel Vergonet maakt dat duidelijk:
Internet als energiegever
Maar ho, wacht even! Ik zei dat ik voor een heel redelijk deel kan meegaan in de redenering van Verbruggen, maar niet met alles. Want, en nu wordt duidelijk waar mijn irritatie door werd opgewekt, kijk even naar het feit dat ik dit hele verhaal hier heb opgeschreven. Verbruggen lijkt met zijn gedachtegang te zeggen dat de virtuele ruimte geen plek is om energie van te krijgen, dat je teveel buiten jezelf komt te staan.
Ik denk dat ik met mijn blogs juist iets schep wat uit mijzelf voortkomt en wat dus heel dicht bij mezelf staat. Ik stop er tijd, concentratie en discipline in, krijg er energie van en hoop met het resultaat iets voort te brengen wat anderen wellicht inspireert of in elk geval interesseert. En als dat niet zo is, dan blijft in elk geval nog over dat ik er energie van heb gekregen. Wat bloggen voor mij is, is koken voor een ander. En met mij zijn er veel, heel veel mensen die energie krijgen van creëren op internet, zonder dat het hoofddoel is om indruk te maken op anderen. Die andere filosoof op Lowlands, René Gude, snapte dat wél.
Wat mij betreft miste dit in het verhaal van Verbruggen. Ja, internet zorgt voor vervreemding van jezelf in sommige gevallen. Maar het kan je net zo goed dichter bij jezelf brengen.
Hoe denk jij over de filosofie van Verbruggen en mijn aanvulling erop? Herkenbaar of juist niet?
Foto geleend van Oliver Degabriele.
Dit artikel verscheen eerst op 42bis.nl.
Natalie Hensen (@Webgrrlnl) zegt
[Blog] Zorgt het internet voor vervreemding van jezelf?: Welke invloed heeft de virtuele ruimte op ons? Ra… http://t.co/Uft7QSlWr7 #fb