The place to be voor alle social strategen die Nederland rijk is: The Social Conference in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Dus (!) ik was erbij op 23 maart en noteerde voor jou een aantal eyeopeners en open deuren.
The Social Conference 2017 in het kort: de tiende editie, zestien deelsessies, veel pauzetijd, veel trappen, goede lunch, veel gesponsorde sprekers, weinig echt innovatiefs en ons-kent-ons. Wat heb ik geleerd tijdens deze conferentie, waar jij misschien ook wat aan hebt? Ik kwam uit op 11 lessen.
Les 1: je moet meebewegen in de huidige wereld want: digital darwinism
Het gaat hard met de introductie van nieuwe technologieën (virtual & augmented (blended!) reality, internet of things, wearables). Het is lastig voor bedrijven om in deze tijd van ‘digital darwinism‘ mee te gaan. Toch is het volgens Ronald van Schaik van het bureau Kaliber nodig om mee te bewegen in deze nieuwe wereld, ook al weten we de langetermijneffecten van al die nieuwigheden niet.
Hij liet zijn publiek een aantal voorbeelden zien van merken die op een innovatieve manier omgaan met deze nieuwe technieken: het Chinese Alibaba dat via livestream een modeshow organiseerde waarbij je direct de spullen kon kopen (“see now, buy now“); de app Pokémon Go zorgde voor het doordringen van virtual reality bij het brede publiek; Rimmel voerde gezichts- en productherkenning heel ver door en kan de gebruikte producten op iemands gezicht herkennen. Van Schaik’s punt is: blijf experimenteren en de wereld als een kind ontdekken!
Les 2: online handhaving is nog toekomstmuziek
Bij de politie zijn ze eigenlijk al lang bezig met inzetten van social media: in 2009 startten de eerste wijkagenten op Twitter. Inmiddels zijn er duizenden Twitter-accounts, honderden Facebookpagina’s, flink wat Instagram- en ook een paar Snapchat-accounts van (wijk)agenten in de lucht. Wat ze ermee willen bereiken: verbinding met de burger, extra ogen en oren (burgerparticipatie) en een inkijkje in het politiewerk. Het nieuwste experiment is agent Jan-Willem Schut die vlogt op YouTube.
De politie staat nog voor flink wat uitdagingen om voorbij de pioniersfase te komen. Zo is meer tijd, geld en middelen nodig, webcare moet georganiseerd worden en er moet meer balans in de berichten komen. Gaat de politie ook online handhaven en bijvoorbeeld boetes uitdelen voor wetsovertredingen online? Dat is nog toekomstmuziek, maar spreekster Melanie Zwama sluit het niet uit.
Les 3: wij zijn emotionele wezens (dus speel daarop in)
Toon ons een filmpje waarin robots geschopt en geslagen worden en we reageren vol afschuw. Gek eigenlijk hè? De verklaring is dat wij nou eenmaal emotionele wezens zijn. De hele wereld kan veranderen maar dit blijft altijd een feit, aldus Ronald van Schaik. Judith ten Bokkel van Kantar TNS (voormalig TNS NIPO) had een mooi cijfer over emotie uit de studie ‘Connected life‘ onder 70.000 consumenten wereldwijd: emotie is voor 50% bepalend voor de klantbeleving. En, kort gezegd: als een klant een positieve emotie ervaart, zorgt dit voor een langetermijnherinnering die zorgt voor een positieve relatie met het merk en toekomstige uitgaven.
Als goed voorbeeld gaf ze hierbij Coolblue, die werkelijk álles doet voor een positieve klantbeleving. Denk bijvoorbeeld aan de confettivellen om over de pakketbezorgers uit te strooien zodat de bezorging van jouw pakketje echt een feestje wordt.
Les 4: bedenk eerst: wat kan ik aanbieden en waar zit mijn doelgroep?
Voor je in middelen denkt, moet je je strategie op orde hebben. Een open deur zou je zeggen, maar je zou bedrijven de kost moeten geven die tóch met alle nieuwe hippe socialmediakanalen meedoen omdat ze denken dat het erbij hoort.
Judith ten Bokkel legde uit dat we met z’n allen van steeds meer platformen gebruikmaken, elk met een ander doel. LinkedIn voor je zakelijke netwerk, Facebook voor familie en vrienden, Twitter voor tijdens Wie is de Mol of Boer Zoekt Vrouw, Snapchat voor de lolletjes met je vrienden.
Volgens Ten Bokkel moet je eerst bedenken wat je te bieden hebt aan producten en diensten en vervolgens waar je doelgroep zit. Dan pas kijk je naar welke kanalen daar het beste bij passen. Logisch, maar toch.
Les 5: zorg voor een consistente merkbeleving
Nogmaals een wijze les uit het verhaal van Judith ten Bokkel: zorg voor een consistente merkbeleving. Een flinke groep consumenten blijkt namelijk een verschil in merkbeleving offline en online te ervaren. Oftewel, klopt het beeld dat je online uitstraalt wel met wat je offline, bijvoorbeeld in je winkel of op bezoek bij je klant, laat zien?
Van de 16-24-jarigen merkt 36% het verschil tussen offline en online op. Dit schaadt natuurlijk de mate waarin je echt, authentiek, overkomt op je klant. Consistentie is dus belangrijk!
Les 6: Snapchat: geschikt voor actiemarketing
In een zogeheten ‘Battle of the Networks’ streden vier experts op verschillende visuele kanalen met elkaar: Snapchat (Luuk de Haardt), Instagram (Kirsten Jassies), Pinterest (Maarten Bierman) en YouTube (Mark Buissink).
Elk van hen presenteerde een eigen case waar de rest vervolgens op kon reageren. Leuke opzet! De case over Snapchat draaide om een campagne van GOGO Tours waarbij ‘snappers’ bijvoorbeeld zichzelf moesten vastleggen op de door GOGO bedoelde locaties. Het doel ervan was de jongeren het merk als vriend laten beschouwen en dat lijkt gelukt. De foto’s en filmpjes van de jongeren werden door GOGO weer gepubliceerd waardoor het meer werd dan 1-op-1-communicatie.
Mark Buissink merkte terecht op dat Snapchat goed is voor actiemarketing, voor iets in het hier en nu. Wil je méér op langere termijn, dan is ‘zijn’ YouTube een geschikter kanaal.
Les 7: Pinterest is geen social platform
Een e-commerceplatform of visuele zoekmachine, zo noemde Maarten Bierman het door hem geliefde Pinterest in de ‘Battle of the Networks’. Huh, is het geen social network dan? Nee, want mensen praten er niet of nauwelijks met elkaar, zoals ze dat juist wel op Instagram doen, volgens Kirsten Jassies. Op Pinterest komen mensen om iets te kopen.
Als bedrijf zit je daar dus om te verkopen en om gevonden te worden. Bierman wist er overigens nog aan toe te voegen dat 60% van de Nederlandse ‘Pinners’ man is. Dit in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, dat er voornamelijk vrouwen te vinden zijn. Ook noemde hij 4,5 miljoen gebruikers. Ik kan beide cijfers helaas nergens terugvinden (ook niet in het cijferoverzicht op Marketingfacts) dus neem ik ze niet per definitie voor waar aan.
Les 8: een community: meer dan alleen support
Volgens Robert van Hoesel (van Crowded, aanbieder van eigen communityplatformen) is het een nieuw inzicht voor veel bedrijven: dat je méér kunt met je community dan alleen support bieden. Bij een supportcommunity stel ik me dan bijvoorbeeld een forum van een telefoniebedrijf voor waar klanten hun vragen stellen én beantwoorden. Prima om die bedrijven op te roepen meer uit hun community’s te halen dan het supportdeel. Er valt zoveel meer met community’s te doen namelijk.
Maar Van Hoesel vergat voor het gemak dat er legio kleinere bedrijven zijn die op fantastische wijze gebruik maken van community’s op social kanalen, zoals Instagram of Facebook. Hij zette in zijn verhaal deze social community’s compleet aan de kant en gaf alleen de vele voordelen aan van een communityplatform zoals hij ze aanbiedt: lekker veel controle, meer data, je eigen eilandje.
Prima hoor, maar ik bouw ondertussen rustig verder aan mijn succesvolle Facebook-pagina (zónder advertenties).
Les 9: vertel verhalen die gesprekken starten
De meest inspirerende spreker van de dag was voor mij de Britse Jamie Maple van het bedrijf Wilderness. En niet alleen door zijn enthousiaste manier van vertellen. Het was de inhoud, de oneliners die ieder voor zich raak waren. Bijvoorbeeld: “everyone on social is a brand“, “social is not a broadcast medium“, “social is alive & well when users post” en de uitspraak die mij het meest triggerde: “Make sure that the stories you tell spark a conversation“.
In deze sessie ging het pas écht over community’s en hoe je die levend krijgt. Vertel verhalen die duidelijk maken waaraan je je publiek wil laten denken. De allerbelangrijkste metric: engagement (niet bereik dus, wat ik wel veel gehoord heb deze dag). Zijn mensen betrokken bij je community, je merk, dan vertellen ze het aan hun peers en zo groeit de community en dus de betrokkenheid.
Les 10: “There is no silver bullet” op social
En de grap is, er is niet één succesvolle aanpak te noemen, want: “Different audiences want different things from different brands“. Elke klant is maatwerk. Hoe doe je dat dan? Uitproberen en meten wat het doet. Data zijn hierin superbelangrijk. Wilderness duikt vóór het eerste gesprek met een potentiële klant al in de data om te ontdekken wat ze uiteindelijk voor die klant zouden kunnen bereiken. Adverteren doen ze weinig, alleen soms om iets een boost te geven.
Nog een goeie tip: heb je een post die het waanzinnig goed doet en trek je veel nieuwe fans aan, zorg dan dat je volgende bericht ook heel goed is, anders zijn veel van die nieuwe snel weer afgehaakt.
Les 11 : Influencers vs relevante content: content wint!
Tot slot: tijdens meerdere sessies viel het woord influencermarketing. Vaak noemden sprekers het inzetten van influencers dé magische formule tot succes in je marketingcampagnes. Totdat contentmaker/creator en businessvrouw Anna Nooshin het podium betrad en zei dat ze een hekel had aan het woord influencers. Zij streeft ernaar commercie op een authentieke manier neer te zetten. Mensen kunnen namelijk heel goed door bullshit heenprikken. Nooshin werkt graag samen met bedrijven met wie zij waarde kan creëren: zij wil namelijk geen gratis spulletjes ontvangen, maar een bedrijf runnen.
Vandaar dat zij zichzelf bij het voorstellen contentmaker noemde en niet influencer: content wint!
Was jij ook op The Social Conference en heb je nog andere dingen geleerd? Laat ze dan hieronder achter en help je medemens!
Deze blog verscheen eerst op 42bis.nl
Geef een reactie