Een congres en een muziekfestival: ik dacht niet dat deze twee veel overeenkomsten hebben. Totdat ik naar The Next Web Conference ging! Op een aantal punten deed dit congres me namelijk sterk denken aan festival Lowlands.
Op 18 en 19 mei 2017 was ik aanwezig op het tweedaagse internationale event over technologische ontwikkeling genaamd The Next Web Conference. Geheel in het Engels. Ik had nog nooit zó’n grootschalig congres meegemaakt. Grappig genoeg zag ik een aantal gelijkenissen met een groot muziekfestival als Lowlands, waar ik al jaren naar toe ga.
Wil je over de inhoud van het congres lezen, ga dan naar mijn inhoudelijke blog over The Next Web.
1. Rijen, rijen, rijen
Net als op grote muziekfestivals, kende The Next Web ook héél veel bezoekers: dit jaar schenen er zo’n 12.000 rond te lopen. Je kunt maar zoveel ticketcontroleurs en koffiekraampjes op je terrein hebben. Dus waren er lange, lange rijen voor de mensen die hun badge nog moesten ophalen. De conferentie begon om 10.00 uur maar sommigen waren pas na twaalven binnen. Gelukkig had ik de dag ervoor mijn badge al opgehaald! Eenmaal binnen was je nog niet van de rijen af. Voor koffie of ander drankje moest je veel geduld hebben en ook om de populaire presentatiezaal The Dome in te komen, moest je ruim de tijd nemen. En dan hopen dat je, eenmaal binnen, nog een goed plekje kon vinden om (überhaupt) te zitten. Gelukkig elke keer gelukt!
2. Tevergeefs strakke schema’s
De belangrijkste reden voor mij om naar een muziekfestival te gaan: de muziek! Ik maak dan ook altijd een eigen programma: op dat tijdstip naar die artiest, daarna snel door naar het andere podium voor die andere artiest. Ik wil er namelijk zoveel mogelijk uithalen, zoveel mogelijk muziek tot mij nemen. Dit lukt altijd maar ten dele, want soms is de tijd gewoon te kort om van podium te wisselen of is die andere tent allang vol. Voor het congres The Next Web had ik ook een eigen programma gemaakt met welke praatjes ik graag wilde bijwonen. Ik wilde er graag zoveel mogelijk uithalen en ook voldoende input voor mijn blog hebben.
Dat eigen schema kon de eerste ochtend al in de prullenbak. De plenaire opening liep uit en daardoor liep het hele programma van één zaal uit. Ook in andere zalen liepen praatjes uit en als je binnenkwam, wist je dus niet direct wie daar nu stond te praten. Uiteindelijk heb ik denk ik zo’n 60% bijgewoond van mijn oorspronkelijke plan (‘laat het los, laat het gaan’). Ruim voldoende om een blog met veel wetenswaardigheden te kunnen schrijven in elk geval!
3. Must-see’s en ‘ach-nu-we-er-toch-zijn’s’
Zoals gezegd had ik van te voren het programma helemaal doorgeplozen en een schema gemaakt. Bij een aantal sessies had ik een uitroepteken gezet omdat ik ze per se wilde zien. Dat waren degenen waarvan ik dacht ‘die gaan mij iets fantastisch vertellen’. Daarvoor deed ik dus extra mijn best om ze ook echt te horen spreken. Net als ik dat bij muziekfestivals doe. En dan waren er (net als op een muziekfestival) van die sprekers die je hoorde omdat je te vroeg was voor je must-see, of omdat je was blijven hangen na de vorige spreker. Dat leverde soms een aangename verrassing op, soms juist een minder aangename.
4. Duur eten en drinken
Ik heb kennelijk een tijdje onder een steen gelegen, want ineens is het op congressen waar ik kom de bedoeling dat je zelf je lunch en andere versnaperingen betaalt. Commerciële uitbaters zijn aanwezig op het terrein om jou voor hoge prijzen een lekker rijkelijk belegd broodje of luxe cappuccino te serveren. Op muziekfestivals is dat heel gewoon; je koopt bij binnenkomst een groot aantal consumptiemuntjes om de dagen door te komen.
Op The Next Web ging het dus ook zo. Ik had een armbandje waarop ik tokens had geladen waarmee ik kon betalen. Toch een gek idee dat een congres waarvoor je vele honderden euro’s hebt neergelegd, je dan ook nog veel geld voor eten en drinken laat betalen. Maar ja, eigenlijk is het dus niets anders dan muziekfestivals.
5. Voor ieder wat wils
Een muziekfestival zoals Lowlands heeft voor ieder wat wils: niet alleen zijn er veel muziekoptredens, maar ook: stand-upcomedy, cabaret, literatuur, filosofie, film, exposities, yoga, markt, kunst en zelf knutselen. Genoeg afwisseling dus!
Ook op The Next Web was er van alles te doen, voor verschillende doelgroepen. Voor mensen zoals ik die vooral kennis wilden opdoen, waren er de vele presentaties. Ondernemers die investeerders zochten, konden in de Startup-area hun idee pitchen in een echte arena. Als je op zoek was naar nieuwe tools om je werk te vergemakkelijken, was er een gedeelte waar allerlei bedrijfjes hun innovatieve tools en systemen presenteerden.
6. Goede sfeer: iedereen blij
Op muziekfestivals zijn alle bezoekers doorgaans heel erg blij. Blij om er te zijn, om te kunnen genieten en om met andere blije mensen te zijn. Je voelt verbondenheid met elkaar, dat maakt je nog blijer. Nergens ga je zo snel met elkaar in gesprek als op een muziekfestival, is mijn ervaring. Op The Next Web zag ik ook heel wat blije mensen rondlopen. Blij om te kunnen laten zien dat ze erbij hoorden, blij dat ze hun startup mochten pitchen, blij om met andere ’techies’ te zijn.
Je leest het, ik heb me prima vermaakt op The Next Web Conference! Ik vond het bijzonder om dit grote tech-festival mee te maken en hoop dat ik er volgend jaar weer bij kan zijn. Ga jij dan met me mee?
Natalie Hensen (@Webgrrlnl) zegt
Ik vond The Next Web Conference net een muziekfestival en wel om 6 redenen! https://t.co/oiWA5SkFkx