The Virtual Revolution is een geweldige documentaire van de BBC uit 2010 over de impact van internet op de wereld. Door dr. Aleks Krotoski, een Amerikaanse sociaal psycholoog. Elke van de vier afleveringen is in delen gehakt, vanwege de toenmalige limiet van 10 minuten op YouTube. Voor de overzichtelijkheid heb ik voor alle afleveringen aparte pagina’s ingericht. Elke aflevering duurt totaal ongeveer een uur. Veel kijkplezier!
Aflevering 1: The Great Levelling?
Het lijkt erop alsof het web niet te stoppen is in het op gelijk niveau brengen van macht, cultuur en waarden. Dit is een principe uit de hippietijd, toen men tegen hiërarchie en autoriteit was en voor de individuele, vrije wil. Wikipedia is hier een mooi voorbeeld van; door informatie vrij te maken, worden we allemaal vrij.
Meer gelijkheid
Het web werd dus een technologie om meer gelijkheid te krijgen in de wereld. Toch zagen ook bedrijven er winstgevendheid in; het Microsoft-tijdperk brak aan. Maar ook muziekpiraterij, zoals met Napster, kwam op. De oude hiërarchieën, zoals die van de muziekindustrie, bestaan nog steeds maar zoeken naarstig naar een manier om zich aan te passen aan de nieuwe situatie.
Nieuwe hiërarchieën
Op het web ontstaan ondertussen nieuwe hiërarchieën; verzamelblogs bepalen welke blogs we lezen, Wikipedia heeft een arbitragecommissie. Een kleine elite ontstaat. De idealistische beginselen zijn hiermee niet verdwenen, want het web is meer dan een reflectie van onze offline wereld. In plaats daarvan vindt het zichzelf oneindig vaak opnieuw uit.
Nieuwe grenzen
Door gebruikers zelf de macht te geven, ontdekken we nieuwe grenzen. Er vindt voortdurend innovatie plaats. Maar we moeten er wel voor zorgen. Het web biedt buitengewone uitdagingen, verantwoordelijkheden en mogelijkheden.
Aflevering 2: Enemy of the State?
Staat het web voor ‘power to the people’ of is het de vijand van de staat? Het web leidt tot openheid in de samenleving; iedereen die wil, kan deelnemen. Maar de staat is er ook, die ons kan controleren en beheren.
Andere doeleinden
Veel webtoepassingen worden in de loop der tijd voor andere doeleinden ingezet dan oorspronkelijk bedacht was. Een goed voorbeeld daarvan is Twitter. Was het in het begin vooral een toepassing die over jezelf ging, in 2009 veranderde de tool in een middel voor demonstranten in Iran om aan de buitenwereld te vertellen en laten zien wat er gebeurde. Het Iraanse regime is uiteindelijk gevallen. Het was onmogelijk deze kracht te onderdrukken en beheersen. De macht van informatie werd gebruikt om weerstand te inspireren en politiek bewustzijn te creëren.
Macht van het volk
Het lukt autoriteiten niet om grip te krijgen op het web. Informatiestromen leiden tot macht van het volk. Censuur is nu een belangrijk onderwerp van discussie, die gaat bepalen hoe vrij we in de toekomst met elkaar kunnen communiceren. Het controleren van informatie is onmogelijk. Het web zelf is daar niet op gebouwd en zoekt alternatieve routes om de informatie van A naar B te krijgen.
Geen fysieke grenzen
Communities zijn niet meer afhankelijk van fysieke grenzen. Dat mes snijdt aan twee kanten en kan zowel een positieve als negatieve uitwerking hebben. Denk bijvoorbeeld aan China die veel doet aan censureren van het web. Ze zien meer dreiging in de onderlinge conversaties van Chinezen over bepaalde onderwerpen dan in de informatie uit het westen. Daarom zijn er de internetcommentatoren, die overal op het web de mening van de staat verkondigen. De strijd der ideeën. Dit wordt echter herkend door de gemiddelde Chinees. Uiteindelijk zal de Chinese samenleving opener worden, omdat je niet meer terug kan in de openheid die er nu is.
Extremisme op het web
Extremisten hebben er met het web ook gereedschap bijgekregen. Het helpt hen in het opwekken van boosheid door het tonen van beeldmateriaal. Het gevoel van noodzaak wordt opgewekt. Het web speelt een belangrijke rol in radicalisering.
Cyberoorlog
Cyberwar is een nieuw fenomeen waarvan we alleen nog maar het begin hebben gezien. Nu al heeft het web een grote impact op macht en oorlogsvoering. Dit biedt ongelooflijke mogelijkheden en verantwoordelijkheden. Hoe gaan we het gebruiken?
Aflevering 3: The cost of Free?
We betalen een prijs voor het moois van het web. Gratis is een illusie. We zetten met z’n allen heel veel (intieme) informatie over onszelf op internet. Die informatie wordt opgespoord en gevolgd om er geld mee te verdienen. De online consument is het product. Het oude, gratis web is een van de machines die het meeste geld produceert. Google heeft een wereld gebouwd voor onze nieuwsgierigheid. Elke keer als we Google gebruiken, verdient het bedrijf geld. Het heeft een monopolie op online adverteren (denk aan Adwords).
Rechten versus winst
De vraag is waar de grens ligt tussen onze rechten en de zoektocht naar winst. Online adverteren gaat steeds verder; nu worden ook je surfgewoonten onderzocht (behavourial targetting: cookies). Je kunt zo een heel profiel van iemands leven maken, alhoewel de context ontbreekt.
Onverwachte ideeën en ontmoetingen
Aanbevelingsmachines maken dat bedrijven elke online klant als individu kunnen behandelen. Daar zijn mensen blij mee. Maar gaat dit niet in tegen waar het web voor bedoeld is? Het proces van onverwachte nieuwe ideeën en ontmoetingen is vervangen door een proces dat onze horizon lijkt te verbreden, maar dit juist niet doet. Je wordt zo steeds minder jezelf.
Betekenis van privacy
De betekenis van privacy is veranderd in de 21e eeuw. We werken zelf actief mee aan de databases over onszelf. We denken dat we privé op onze pc’s zoekopdrachten opgeven, maar alles wordt gemonitord. Dit is de duisterste kant van het web. De vraag is niet wie de data nu bezit, maar wie dat in de toekomst zou kunnen bezitten (denk aan 1984 van Orwell).
Altijd online
De jeugd begrijpt dat er reclame tegenover staat als ze iets gratis willen. Maar hebben ze ook door dat alles op wat je op het web zet, er bijna onmogelijk weer af te krijgen is? Je weet niet hoe blij je over 40 jaar nog bent met wat je online hebt gezet. Onze privacy is handelswaar geworden. Het web verstoort ons begrip van publieke en privéruimte. We zitten niet anoniem achter de pc, maar hebben een conversatie met een ontelbaar aantal pc’s over de hele wereld. En we worden in de gaten gehouden. Dat maakt dit een revolutie en het aanbreken van een nieuw tijdperk. We moeten wakker worden en begrijpen wat de kosten van ‘gratis’ zijn; hoe het onze privacy, persoonlijke ruimte en misschien ook wel wie we zijn, opnieuw definieert.
Aflevering 4: Homo Interneticus?
20 jaar geleden werd het wereldwijde web gecreëerd. De digitale revolutie komt in alle aspecten van ons leven terug. De vraag is wat dit met ons doet, met onze relaties en met ons brein. Sommigen maken zich zorgen over de jongere generatie die de oppervlakkige online cultuur ingezogen worden; zij zijn de homo interneticus. Verdraait het of verrijkt het onze menselijkheid?
Iedereen creëert informatie
Toen de boekdrukkunst werd uitgevonden, was er een veel lagere drempel voor mensen om ideeën, kennis en informatie te delen. Nu is het zelfs voor iedereen mogelijk geworden om informatie te creëren.
Internetverslaving
Zuid-Korea heeft de grootste internetdichtheid van de wereld en internetverslaving is daar een probleem. Kinderen zouden hun realiteitszin kwijtraken. Deze generatie wordt geconsumeerd door het web.
Betekenisloze vriendschappen?
Facebook veroorzaakt de grootste angst; door betekenisloze vriendschappen ondermijnen we de maatschappij. De Engelsman Dunbar berekende dat het maximaal aantal personen met wie je een relatie kunt onderhouden 150 is (Dunbar’s number). In de praktijk blijkt dat het gemiddelde Facebook-lid minder dan 150 vrienden heeft. Het aantal relaties met wie hij dagelijks contact heeft is 5 of 6. De meeste relaties op Facebook zijn dus eigenlijk geen relaties. Maar de realtime statusupdates hebben de grootste verandering in onze relaties gebracht.
Homo interneticus
De homo interneticus is langzaam aan het verdrinken in de stijgende zee van informatie-overbelasting. We werken steeds meer op basis van associaties, ons brein wil afleiding en daar zorgt het web voor. Associatief denken (als een vos) staat voor het opdoen van allerlei ideeën, wijsheid van de massa, van hier naar daar gaan, dingen oppikken. Lineair denken is als een egel; hij vindt één groot idee prettig, gaat vaak terug naar dezelfde bron, houdt van wat de omgeving aanbevolen heeft, van zekerheid. Uit testen blijkt dat de generatie web vooral vossengedrag vertoont.
Collectieve intelligentie
Mensen beoordelen nieuwe media door ze te vergelijken met oude. Ze zien een filmpje met een gekke kat. Maar ze zien niet dat dit filmpje in een garage is gemaakt, met hulp van anderen en misschien wel onderdeel is van een politieke campagne. En deel uitmaakt van het web van creativiteit. Het heeft een beschaving in zich, meer dan een Hollywood-film of comedyserie. Het verbindt mensen. Het zorgt voor menselijke vooruitgang. Collectieve intelligentie wordt het basisgereedschap van de nieuwe generatie. Het globale brein ontstaat.
Dit is het begin
Het meest verbazingwekkende van deze revolutie is dat we al zoveel diepgaande verandering hebben gezien in slechts 20 jaar. Dit is niet het einde, maar slechts het begin.